Fanfare Eendracht
Pagina over "Fanfare Eendracht",
De fanfare Eendracht uit Dieteren is een bloeiende vereniging maar zoals bij meerdere verenigingen worden activiteiten georganiseerd om de kas te spekken. Zo organiseerde de fanfare ruim 30 keer de voorjaarsmarkt in Dieteren.
En voor de inwoners van Dieteren en andere symphatisanten voert de fanfare enkele keren per jaar een concert op zoals het zomerconcert van 2 juli 2005 op het Paereplein.
Kroniek van fanfare Eendracht uit Dieteren.
De tekst is uit een artikel van “De Schakel” van 17 mei 1979 van de hand van Sef Schulpen naar aanleiding van het toen 110 jarig bestaan van de fanfare.
Als een vereniging haar 110-jarig bestaan viert ontkomt men er niet aan een blik terug te werpen over de jaren heen naar het beginpunt toe. Oude kronieken en vereningsverslagen geven dan gestalte aan die periode en getuigen van magere en vette jaren die de vereniging heeft gekend. En telkens weer ziet men dat de "ups" en "downs" als het ware een afspiegeling zijn van wat er in het dorp gebeurde. De geschiedenis van fanfare Eendracht is dan ook niet alleen verenigingshistorie, maar vergunt ons tevens een blik in de geschiedenis van het dorp. En meer dan dat alleen. Ze verhaalt ons over het doen en laten van de mensen en kan als blauwdruk dienen voor wat men de Dieterse mentaliteit zou kunnen noemen. Het is dan ook zaak om vanuit die invalshoek het 110-jarig bestaan van de fanfare te benaderen, wil men haar levensloop in zijn geheel kunnen overzien. Want zakelijk vermelde feiten alléén zijn niet in staat om weer te geven hoe rijk de goede en hoe arm de slechte jaren waren.
Aanvankelijk begonnen als zangkoor, in de zomer van 1869, groeide Eendracht in de daarop volgende jaren uit tot een vereniging die al gauw veel sympathie in het dorp genoot. Mede door de inzet van directeur Winteraeken kon men dan ook al in 1873 van het vocale overstappen naar het instrumentale. Kronieken uit die tijd maken gewag van concerten in Thorn, Maaseik, Hoensbroek en Stockheim. Maar de kroon op het werk werd gezet op een permanent festival in Roermond, waar Eendracht als een van de besten werd gekwalificeerd.
Het was dan ook geen wonder dat het zilveren bestaansfeest in 1894 uitbundig werd gevierd. Men had er alle reden toe, want de voorbije 25 jaar waren bijzonder succesvol geweest. Helaas kon deze trend zich in de daaropvolgende jaren niet doorzetten. Als bijzonder donkere jaren staan in de annalen van Eendracht 1902 en 1904 vermeld. Maar ook daarna, met name in 1910 toen de heer Winteraeken zijn fanfare de rug toekeerde, bleef het moeilijk gaan. Even kwam er een opleving toen de heer Chr. Pesgens de dirigeerstok overnam, maar dat was van korte duur. In 1919 bedankte de heer Pesgens wegens gevorderde leeftijd en gaf voor de komende 4 jaar de muzikale leiding over aan de heer J. Slangen. Zijn opvolger werd de heer L. van Neer uit Pey, die men echter al gauw om financiële redenen moest laten gaan. Oppervlakkig beschouwd had fanfare Eendracht bij het ingaan van de twintiger jaren geen bestaansgrond meer ( geen directeur, geen geld ), maar merkwaardig genoeg werd dat dieptepunt het begin van een nieuwe periode van bloei. In 1923 werd de heer H. Rooyen door de leden als directeur gekozen en hoe juist deze keuze was bleek wel uit het feit dat men in 1924 reeds deelnam aan een concours in Linne. Het 60-jarig bestaansfeest in 1929 kon dan ook door een bloeiende fanfare Eendracht worden gevierd, al lieten de weergoden het op de dag van het feest volledig afweten. Niettemin ontstond uit de viering een nuttig contact met de heer Merry uit Gent die het beschermheerschap van de fanfare op zich nam.
De bloei die in het begin van de twintiger jaren had ingezet, zette zich ook in de dertiger jaren voort. In 1932 ging men wederom op concours en wel in Gestel-Eindhoven, waar men een eerste prijs in de tweede afdeling behaalde. Maar een jaar later sloeg het noodlot weer toe door het overlijden van voorzitter J. Mostard, die de stuwende kracht achter het succes van Eendracht was geweest. Zijn plaats werd ingenomen door de heer L. Lijnen, die in de moeilijke dertiger jaren van fanfare Eendracht een evenwichtige vereniging wist te maken.
Het uitbreken van de oorlog in 1940 ging ook niet aan Eendracht voorbij. Het bevel om zich bij de nieuwe orde in te schakelen werd genegeerd, met het gevolg dat men alle instrumenten moest laten “onderduiken”. Hoe nutteloos dat “onderduiken” zou zijn bleek echter pas na de oorlog toen men slechts 4 bespeelbare instrumenten terugvond. Maar het eerste het beste muziekfeest in 1945 bracht zo veel geld in de la dat men in één slag uit de zorgen was.
In 1949 vierde de vereniging op een grootse wijze haar 80-jarig bestaan. In de jaren daarna volgde een ongekende bloei met als resultaat het verzorgen van concerten in Eindhoven, Neerpelt, Sittard en Susteren. Deze bloei was echter maar van korte duur. Want na het ongekende hoogtepunt kwam Eendracht in een diep dal terecht, ondanks de inzet van de nieuwe directeur W. Lijnen, die met enkele getrouwen ervan maakte wat er van te maken was. Het animo was er uit en ook de heer J. Meuffels, die in 1956 de voorzittershamer van de heer L. Lijnen overnam, kon daar weinig aan veranderen. Tenslotte kwamen zowel de voorzittershamer alsook de dirigeerstok bij de oudgediende H. Rooyen terecht. Wat echter niet kon verhinderen dat men in de kroniek van het 90-jarig bestaansfeest moest vermelden, dat men het peil van de jaren '48-'49-'50 niet had kunnen handhaven.
Maar de wil om er iet s aan te doen was sterker dan ooit. In 1960 nam de heer Knöpker de dirigeerstok over en de heer G. Hoorens werd voorzitter. Met een ledental van nog slechts 27 muzikanten sloeg fanfare Eendracht een nieuwe weg in die, naar later zou blijken, een enorm succes zou zijn.
Achtereenvolgens werd een drumband opgericht, onder leiding van de heer W. Schulpen, en een uniformenfonds onder voorzitterschap van Thei Bocken. Binnen één jaar nam het aantal leden toe tot 36 en was de fanfare weer een levensvatbare vereniging. De oudgedienden H. Rooyen en L. Lijnen werden respectievelijk tot ere-directeur en ere-voorzitter benoemd. Wéér een jaar later ging de droom van velen in vervulling en kreeg fanfare Eendracht haar eerste uniformen. Het korps trad o.a. op in Marcinelle, Charleroi, Visé, Reidt, Hasselt en Verviers.
Het ledental steeg tot 44, mede door impulsen als de oprichting van een damescomité. Al gauw deed ook de drumband van zich spreken. Men gaf concerten en luisterde optochten op in binnen- en buitenland. In 1956 werd de heer A. Mostard niet alleen voorzitter van Eendracht, maar tevens van de Muziekfederatie De Maasgouw.
In 1966 nam de heer Knöpker ontslag als directeur en werd opgevolgd door de heer Meeks. Deze leidde het korps naar grote successen. Op het concours te Blerick werd de eerste prijs met promotie behaald en in datzelfde jaar ook nog de kampioenswimpel in de eerste afdeling Echt. Het “aanzien” van de fanfare steeg in hoge mate, mede door het verkrijgen van 2 schellenbomen die door beschermheer W. Otten werden aangeboden. De bloei leek geen grenzen te kennen. Jeugdmuzikanten stroomden toe terwijl de “nevenbedrijven” op volle toeren bleven draaien.
Een aparte vermelding in de feestgids, uitgegeven ter gelegenheid van het eeuwfeest van de fanfare in 1969, kreeg de organisatie van de oriëntatierit door het Land van Swentibold. Deze organisatie had het mede mogelijk gemaakt dat het eeuwfeest zo'n succes kon worden. Het absolute hoogtepunt van dat feest waren de 2 concoursdagen van de Limburgse Bond van Muziekgezelfschappen. Maar voor de gemeenschap Dietere telde in even grote mate de grandioze feestweek mee, die in twee tenten aan de Vleutstraat haar beslag kreeg.
In datzelfde jaar nam de heer Meeks ontslag als directeur en werd opgevolgd door de heer Peeters. In de jaren daarna, die overigens goede verenigingsjaren waren, vonden nog enkele wijzigingen plaats. De heer Th. Meuffels kreeg de leiding over de drumband, terwijl de heer Otten de voorzittershamer in handen kreeg gelegd. Ook werd een uniformenfonds opgericht.
Op het concours in Ubachsberg in 1972 wist Eendracht een eerste prijs in de afdeling uitmuntendheid te behalen. De deelname aan met name de Maasgouwtournooien bleven succesvol en de nieuwe uniformen en drapeau zorgden ervoor dat de fanfare het aanzien waard bleef. Helaas zorgde het jaar 1974 voor droevige feiten. Twee oudgedienden werden ten grave gedragen, t.w. ere-voorzitter L. Lijnen en oud-voorzitter J. Meuffels. Met hen en met de oud-voorzitter G. Hoorens en ere-directeur H. Rooyen, die een jaar later overleed, verloor fanfare Eendracht een viertal grote mannen die door hun inzet en vakbekwaamheid hun fanfare hadden gemaakt tot wat ze was.
De tweede helft van de zeventiger jaren werd gekenmerkt door een voortzetting van de stijgende lijn. Zowel de drumband als de fanfare kenden succesvolle optredens. Zo werd de drumband in 1976 afgevaardigd naar de Limburgse kampioenschappen te Kerkrade, na eerst op het concours te Einighausen een eerste prijs met promotie te hebben behaald. Het jaar daarop werd dat huzarenstukje nog eens herhaald en bracht de drumband het Limburgs kampioenschap mee naar huis.
De verhoudingen binnen de vereniging bleven zeer goed; het aantal leden nam in 1978 toe tot een totaal van 82. Eendracht wist in de afdeling uitmuntendheid een eerste prijs met promotie te behalen.
Inmiddels was de oprichting van een comité 110 jaar Eendracht een feit geworden. Diverse activiteiten hadden reeds plaatsgevonden en zijn de aanloop geweest naar het feest van '79. Met name één man die daar een groot aandeel in zal het gebeuren echter niet kunnen meemaken. Want door zijn plotseling overlijden, naar menselijke begrippen veel te vroeg, ging Nic Rooyen van zijn fanfare heen. Hij liet een leemte achter die moeilijk zal kunnen worden opgevuld. Al zal Eendracht aan haar 110 jarig bestaan dat cachet weten te geven, dat vice-voorzitter Nic Rooyen zo graag daaraan gegeven had.
w.g. Sef Schulpen
Voor opmerkingen: info@deetere.nl