Geschiedenis van Dieteren

Welkom bij:

DE HERKOMST EN BETEKENIS

VAN PLAATSNAAM DIETEREN

Deze gegevens zijn overgenomen uit "Historisch Jaarboek voor het Land van Zwentibold " (1999) door: M.J.H.A. Schrijnemakers.

De oudste met zekerheid geïdentificeerde spellingen van de plaatsnaam Dieteren luiden: Dithirn (1213, 1223), Ditheren (1224, 1294/95), Dithern(1225), Ditren (1230, 1243/44, 1260), ) Dyter (1241), Diethern (1243/44), Dieterne (1260), Dytere (1263), Dytren (1283), Dyeteren (1335 en 1369), Dyteren (1340), Dijteren (1340), Diteren (1370), Dyetheren (1403), Dieteren (1395, 1408, 1444) en Deteren (1463). De in 1204 vermelde versie Dirte werd door Gysseling geïdentificeerd met ‘Het Dort’, een bos bij Echt, dat vroeger o.a. als Dordt werd vermeld en thans ‘De Doort’ heet. Maar Limburgse historici hebben in dit Dirte (1204) steeds Dieteren gezien; de spelling Dirte is vermoedelijk een kopieerfout van Ditre. Ofschoon de dialect-uitspraak soms Deedere (met een d) lijkt te luiden, is de officiële spelling niet Diederen, maar Dieteren (met een t).
In 1960 gaf Gysseling geen verklaring van de door hem gevonden oude vormen van Dieteren, terwijl J. Schulpen in 1968 schreef: "Naar het ontstaan van de naam Dieteren zal men wel altijd moeten blijven gissen" Dit laatste lijkt een al te pessimistische uitdrukking, want via de oude vormen van de Gelderse ‘naamgenoot’ Dieren aan de IJssel kan niet alleen een aanvaardbare maar ons inziens ook een waarschijnlijke betekenis van ons Dieteren worden achterhaald.

Verklaring via een Gelderse ‘naamgenoot '
Als oude vormen van Dieren aan de IJssel zijn o.a. bekend: Theothorne (838), Diederna of Diederne (1025), Thiedere (1168), Didren (1200), Diderin (1218), Diedirn (1218), Thederen (1218), Dithere (1219), Dieter (1219), Didern (ca. 1230), Dhedere (1231), Dyderen (1269) en Dideren (1269). Gysseling ontleedde Theothorne als Theot-horne en zag in het eerste lid het Germaanse theudo of thiuda = volk (Nederlands: diet). Ditzelfde woord kwam volgens hem eveneens als eerste lid voor in oude versies van de plaatsnamen Didam (Theodon, Thiedeheim), Dierath (Thidrode, Dierothe), Diekirch, Diertirchen a. d. Lahn en Dierkirchen bij Bonn. Förstemann vond dit woord dat hij als thiud weergaf, ook in oude versies van de toponiemen Diebach, Diebecke, Diedorf, Dietfurt en Detmold. Daarnaast zag de laatstgenoemde auteur in het eerste lid van vele andere plaatsnamen datzelfde woord (thiud) als de stam van een persoonsnaam, zoals in Dietenborn, Dietenheim, Dietenhofen, Dietenhausen. Als dit op ons Dieteren van toepassing mocht zijn, zou de verklaring uit de persoonsnaam Diederik - die klaarblijkelijk door sommigen werd voorgestaan - een realistische basis krijgen. Toch lijkt dat niet het geval te zijn, want de oude vormen van de plaatsnamen, waarin Förstemann een persoonsnaam zag, vertoonden praktisch allemaal een tweede naamval, terwijl geen enkele bekende oude vorm van ons Dieteren zo’n genitief-formatie bevat. Derhalve lijkt het voor de hand te liggen om voor het eerste lid van dit toponiem de betekenis ‘volk’ aan te nemen. Het tweede lid van Theot-horne [= Dieren] werd door Gysseling als "hoek, hoger land uitspringend in moerassig terein" verklaard. Ter verduidelijking voegde hij hieraan toe, dat Dieren "op een uitspringende bocht van het hoogland" ligt. Het is evenwel niet zeker, dat het tweede lid van ons Dieteren oorspronkelijk -horne luidde. Maar dat kan misschien worden toegeschreven aan het feit, dat de vroegst bekende vermelding van dat toponiem pas uit 1213 dateert; ook de versies van Dieren vertonen immers vanaf 1200 geen tweede lid -horne. Het zal de taak van de lokaalhistorici zijn om de toepasselijkheid van zo’n eventueel tweede lid -horne aan de (vroegere) plaatselijke situatie te toetsen.

Identificatieproblemen ten aanzien van de versies Thiedere (1168), Diderin (1218), Dyderen (1269), Dideren (1269), Diethern (1243/44) en Ditren (1243/44).
In 1168 schonk keizer Frederik 1 zijn villa Thiedere aan graaf Engelbert van Berg. Lacomblet noemde die villa: "diesen im Bisthum Uetrecht an der Maas gelegenen Hof Tiederen". Ofschoon het Limburgse Dieteren niet in het bisdom Utrecht lag, schijnt die auteur Thiedere (1168) met die plaats te hebben willen identificeren. Op 15 juni 1218 schonk graaf Adolf van Berg zijn curtis de Diderin aan de Duitse Orde. Lacomblet schreef boven deze oorkonde: "Graf Adolph v. Berg schenkt den Hof Dieteren dem Deutschorden". Ook in zijn index verwees hij onder Dieteren naar deze oorkonde. Misschien had hij tot die identificatie besloten, omdat een der getuigen Herman van Elsloo was. Genoemde auteur deed hetzelfde met een oorkonde van 10 januari 1269, waarbij graaf Otto van Gelder curtim in Dyderen Traiectensis dyocesis van de Duitse Orde kocht. Daarin staat ook de versie Dideren. Lacomblet sprak van "den Hof Diedern"; in de index werd onder Dieteren hiernaar verwezen. Wolters en De Crassier volgden zijn voorbeeld. Maar omdat de uitdrukking Trajectensis dyocesis het bisdom Utrecht aanduidt, kan ons Dieteren hier niet in aanmerking komen en dienen ons inziens al die oude versies met Dieren te worden geïdentificeerd. Sloet, die beide oorkonden (uit 12 18 en 1269) uit Lacomblet overnam, en daarbij Diderin (1218) foutief als Diderim kopieerde, plaatste dit toponiem dan ook terecht te Dieren aan de IJssel. De versies Diederna (1025), Didern (1230) en Diederen (1286) lokaliseerde hij eveneens aldaar. Op 16 april 1420 kwam de plaats "Dydren... in den lande van Gelren" aan de balije van de Duitse Orde te Alden Biesen; deze laatste verkocht ze op 24 maart 1434 aan de balije van Utrecht. Anderzijds zien we graaf Otto van Gelder op 3 maart 1243/44 verklaren, dat de van de heer van Kriekenbeek afkomstige Bona vero in Diethern aan graaf Adolf van Marck zullen toekomen. Hier zou men wellicht geneigd kunnen zijn om die passages eveneens op Dieren aan de IJssel te laten slaan. Maar uit de context blijkt, dat we met het Limburgse Dieteren te doen hebben. In een andere oorkonde van dezelfde dag werden deze goederen te Ditren immers met de curtis te Rufsosteren [= Roosteren] in verband gebracht. Sloet tekende hierbij dan ook terecht aan: "Ditren, in deze stukken vermeld, is de buurtschap Dieteren van Susteren aan de Maas en niet Dieren aan den Ysel".




Tot zover deze uitgebreide informatie over de betekenis en de herkomst van de naam Dieteren.
Gaarne verneem ik van U eventuele opmerkingen of aanvullingen. Stuur mij dan een bericht via @ Email

Bedankt voor uw interresse en tot een volgende keer.!